In deze blog bespreekt Tess autogene drainage. Een van de therapieën die we vaak toepassen binnen de ademhalingskinesitherapie.
Wat is autogene drainage precies?
Autogene drainage is een ademhalingstechniek die wordt gebruikt om slijm
(mucus) uit de luchtwegen te verwijderen. Dit kan toegepast worden bij zowel baby’s, kinderen als (oudere) volwassenen. Het is een actieve methode waarbij de patiënt door middel van zijn ademhaling de luchtstroom in de longen optimaliseert om zo het mucus los te maken en uiteindelijk makkelijk te kunnen ophoesten.
Bij de baby’tjes of kleinere kindjes zal dit eerder geassisteerd gebeuren, maar het doel is gelijkaardig: vastzittend/overtollig slijm
mobiliseren en verwijderen uit de luchtwegen.
Hoe ziet zo’n behandeling eruit?
De behandeling richt zich onder andere op sputumevacuatie, wat
betekent dat we het slijm uit de luchtwegen proberen te krijgen. Daarnaast kan de aandacht uitgaan naar het correct inhaleren van medicatie, het aanleren van efficiënte neusspoelingen, correcte ademhalingstechnieken, thoraxmobilisatie – dat zijn versoepelende oefeningen voor de borstkas – en bewegingstherapie. Vaak is het een combinatie van meerdere van deze elementen.
Wat zijn de drie fasen van autogene drainage?
Ontklevingsfase
Hier proberen we het perifeer gelegen slijm los te maken door op een laag longvolume te ademen.
Collectiefase
We verzamelen het losgemaakte mucus.
Evacuatiefase
Het slijm dat hoog in de luchtwegen zit, wordt geëvacueerd door op een hoog longvolume te ademen.
In werkelijkheid lopen de drie fasen in elkaar over en zijn ze niet strikt afgelijnd.
Bij welke patiënten passen we deze techniek vaak toe?
Autogene drainage wordt vaak toegepast bij patiënten met chronische longaandoeningen, zoals mucoviscidose, COPD en astma.
Maar het kan ook nuttig zijn bij acute longaandoeningen, zoals bijvoorbeeld bij patiënten met een vastzittende hoest of met
luchtweginfecties zoals pneumonie of bronchitis.
Het kan zeker ook toegepast worden bij baby’tjes of jonge kinderen die in de winter herhaaldelijke infecties hebben.
We combineren deze techniek vaak met een andere veelvoorkomende therapie binnen de ademhalingskinesitherapie: de respiratoire revalidatie.